top of page

KAMERS EN KLUIZEN

Enkele dagen in de stilte thuiskomen...

Wie heeft niet behoefte om af en toe eens te vertragen en tot rust te komen? Wie verlangt niet naar een plek van stilte om tot verdieping te komen?

De karmel van Brugge, dat is het klooster van de paters karmelieten, opent zijn deuren om gasten die rust en stilte te gunnen. 

Foto: Eduardo Brito

Het verhaal van de kamers

Van de zeventiende tot de twintigste eeuw was dit een klooster met tal van stadsmonniken. Het klooster bestaat uit twee delen: een gedeelte waar de broeders woonden — en nog steeds wonen — en een gedeelte waar jonge karmelieten opgeleid werden; dit deel werd vroeger het 'noviciaat' genoemd (kloosterlingen in opleiding heetten 'novicen').

Dit 'noviciaat' is nu open voor gasten. Zowel individuele gasten als groepen kunnen hier enkele dagen verblijven en meeleven met de liturgie van het klooster of hun eigen activiteiten organiseren. 

 

Zolang ze de stilte maar respecteren...

Enkele foto's

De veertien kamers

De kamers zijn niet groot, maar wel heel stemmig. Ze zijn sober ingericht — het zijn immers oude klooster'cellen'! — en nodigen je uit naar binnen te gaan...
Er is modern sanitair op de gang aanwezig.

Foto: Eduardo Brito

Het verhaal van de kluizen

De broeders karmelieten stammen af van dertiende-eeuwse kluizenaars in Palestina en leven in stilte en afzondering. Vroeger zochten ze enkele keren per jaar nog striktere afzondering op om zich te bezinnen, en daartoe bouwden ze 'kluizen' achteraan in de kloostertuin. Geen geldkluizen, maar kleine 'hermitages' waarin ze nog diepere stilte vonden. Deze 'kluizen' hebben een eigen refter(tje) en sanitair. 

Nu zijn deze kluizen toegankelijk voor individuele gasten die graag eens een tijd van intense afzondering meemaken, om zich te herbronnen of inspiratie op te doen voor iets... Ze zijn vrij met de liturgie van het klooster mee te leven if hund agen te organiseren zoals ze willen.

 

De drie kluizen

Enkele foto's

Impressies van een kluizenaar in wintertijd...

Foto's: Eduardo Brito

bottom of page